Progressie

Als er iets is in de wereld dat constant is, dan is het verandering.

Zo, daar ben ik weer na ruim 2 jaar. Waar andere mensen in een pandemie ontzettend veel zijn gaan schrijven en bloggen, deed ik dat niet. Sterker nog, ik heb amper een woord geschreven. Ik heb een podcast opgezet als nieuwe hobby, maar schrijven… ik schreef al genoeg tijdens mijn werk. Ook fotografie heb ik niet meer opgepakt, om er achter te komen dat mijn Canon EOS 6D zo goed als de geest heeft gegeven. Onhandig voor iemand die geen geld heeft voor een nieuw model. Ik heb altijd gezegd dat ik ooit nog een tweede boek wilde schrijven en ik zal toch ergens moeten beginnen. Dus vandaar dat ik mijn blog uit het stof haal.

Er is veel gebeurd in de afgelopen pandemie en nu de Corona crisis bijna over is (gok ik even zo, pin me er niet op vast), heb ik dit afgesloten met een nieuwe woning. Na 13,5 jaar anti-kraak te hebben gewoond was ik het wel beu. Mijn badkamer stortte in elkaar van ellende, de gangkast was onder water gelopen eind 2019 en zwarte schimmel kreeg hierdoor vrij spel. De katten hadden een massagraf geopend voor alle ratten en muizen die ze vingen. Het putje op straat pruttelde nog steeds een groen goedje dat rechtstreeks uit een laboratorium van een of andere Marvel schurk had kunnen komen. En een gemuteerde mega spin vond zijn weg vrolijk door de gang de woonkamer in. Terwijl je zijn poten gewoon hoorde lopen. Op het moment dat je insecten hoort, dan moeten de van mij naar de hemel. Jeroen was nog zo vredelievend dat hij de spin (of wat het ook ooit was) naar buiten had gezet, maar de maat was vol. Dus hebben we het huis in vuur en vlam gezet en zijn we op onze motoren weg gereden.

(Goed, dat laatste is overdreven uiteraard, ik heb het huis gewoon achter gelaten en ben verhuisd met een aanhangwagen)

En nu woon ik op landgoed Wickevoort in Cruquius. Klinkt chique, i know. Ik woon echt niet fancy hoor, maar wel nieuw. De wijk is net uit de grond gestampt hier, inclusief warmptepomp en zonnepanelen. Dus zwaai maar dag met jouw handje, Putin – mijn eurootjes voor gas krijg je niet meer. (Nu verwacht ik niet dat hij een lezer is van mijn blog of zich zorgen maakt om mijn centen, maar je weet het nooit…) Ik heb een compacte gezinswoning met klein tuintje en ontzettend veel natuur in de buurt. Ik ben dus al meerdere keren gaan wandelen om muggen te happen (nieuwe non-corona hobby). Heerlijk. De wandeling dan, niet de muggen.
Het enige nadeel wat ik tot dusver weet te benoemen is dat het niet zo makkelijk bereikbaar is. Ik moet altijd met de auto of met de scooter ergens heen, wat voor iemand die op zijn tijd wel een slobberwijntje lust best wel een opgave is. Maar ik ben hier een gezonder leven gestart, dus het afbouwen van wijnland hoort hier blijkbaar ook bij.

Wickevoort is een community die vooral bezig is met groen wonen. Het moet allemaal klimaat verantwoord en dat was wel even nieuw. Er zit bijvoorbeeld een limiet aan warm water. Niet dat ik daar ooit aan kom, maar ik hou het wel in mijn achterhoofd. Mijn huis is ook niet snel verwarmd, dus de ramen open gooien de hele dag heeft als consequentie dat ik ’s avonds in de kou zit. Nu ventileert mijn huis zichzelf al prima dus de hele dag doorluchten is niet nodig. En het werd natuurlijk casco opgeleverd (want ja, sociale huur) dus hebben mijn vrienden en familie heel lief geholpen om er wat van te maken. En het is heel stijlvol, al zeg ik het zelf. Ik heb tot nu toe geen enkele issues gehad met de aanpassingen, maar goed, je zet ook een linkse rakker in een klimaatneutrale woning. Zelfs het afval scheiden in 3 bakken is dikke prima. Nu nog minderen met de vleesconsumptie en ik kan mijzelf oprecht een schouderklopje geven.

Ik moet ook bekennen dat ik blij ben dat ik deze kans heb gekregen. Ik zie dat het niet goed gaat met het klimaat. Ik voel het, want het is een warme zonnige dag van 16 graden in November. Ik zie bloemen in bloei staan langs de kant van de weg. Bizar.
Ik ben dan nog niet dusver gefrustreerd dat ik mijzelf aan kunst of talkshow tafels vast lijm, want lijm lijkt me ook geen best goedje voor de natuur. Maar ergens begrijp ik de paniek wel. Niet dat ik de acties helemaal begrijp (volgens mij irriteer je voornamelijk de groep met mensen die het zeer waarschijnlijk al met je eens waren) maar ik zou ook niet weten hoe het anders moet. Ik ben net uit mijn eigen persoonlijke crisis (Wie ben ik? Wat doe ik op aarde, waar kom ik vandaan, waar moet ik naar toe? Hoe kom ik van mijn Ferrero Rocher verslaving af?) om vervolgens niets te kunnen doen aan de wereld om mij heen. Pandemie, oorlog, inflatie, en dan ook het opwarmen van de aarde. En dit gaat uiteraard gepaard met zo veel gekibbel…
We zijn dus al zo hard bezig met deze aarde naar de getver te helpen dat mensen zich vastlijmen en kunst vernielen. Maar we bespreken voornamelijk hoe ongemakkelijk en irritant dat van ze is.
We vangen vluchtelingen op die van oorlog vluchten. Maar dan moet die oorlog wél in de buurt zijn, want anders noemen we die mensen “gelukzoekers”. Op dating apps kun je tegenwoordig aangeven of je wel of niet gevaccineerd bent. Niet bepaald een sexy onderwerp, maar daten in een lockdown is ook een soort mijnenveld kan ik je zeggen. Dus dan maar dit.
Ik weet ook niet wat ik moet antwoorden al men komt met de vraag of ik de boeren steun. Ik draai nog niet mijn autoraampje open als ik een stel koeien voorbij rij om te roepen dat ze moeten halveren (want ja, hoe moet je daar als koe op reageren?) Maar ik vind het eigenlijk wel. Dat wil niet zeggen dat ik de boeren wil benadelen, maar ik weet het anders ook niet. En als je het je kan veroorloven om met een tractor een paar honderd kilometer af te leggen om deuren plat te walsen, dan heb je blijkbaar nog genoeg geld. Ik had halverwege de weg al met een lege tank en een lege bankrekening gestaan. Maar aan de andere kant, alleen maar een vlag omkeren is natuurlijk ook ontzettend kneus. Schrikt echt helemaal niemand van, voor welk protest dan ook. Laat die vlag lekker met rust.
En als je dan toch een vlag gaat gebruiken: Gaan we dan met z’n allen voetbal kijken of boycotten we Quatar?
Ik was niet van plan daar ooit heen te gaan, los van wat ik vind van de bar slechte arbeidsomstandigheden. De twintig miljonairs die achter een bal aanrennen boeien me gewoon niet echt. Het enige wat ik interessant aan voetbal vind, is het uitbeelden van een VAR. Kon dat in het echte leven maar…

Het is een mooi ding dat mensen het nooit met elkaar eens hoeven te worden, maar jongens… kunnen we het één keer met elkaar eens zijn? Conservatief zijn is een luxe die we ons niet meer kunnen veroorloven. Laten we los laten hoe het was en verder gaan met hoe het moet.

Zegt ze dapper, terwijl ze een blik knakworsten opent en zich lichtelijk schaamt.

Wereldkind

Kort geleden heb ik een DNA test laten doen. Je weet wel, zo’n My Heritage kit waarbij je een wattenstaafje in je muil moet steken om de binnenkant van je wang even leeg te schrapen. Beter dan een Corona test kan ik je zeggen, waar ze even je huig proberen los te schroeven met een saté prikker en die vervolgens in één vloeiende beweging je neusgat in pompen tot ze een stukje afgestorven brein tegen komen.
Gelukkig kwam die test negatief terug en mijn DNA test positief. Niet dat ik ooit twijfelde dat ik DNA had (ik ben veel te onhandig om een android te zijn) maar deze test heeft mij een heel ander beeld van mijzelf gegeven. Het was op een gekke wijze heel bevrijdend. Ik wilde dit eerst voor mijzelf houden, maar ben eigenlijk zo happy er mee dat ik het besloten heb te delen.
Volgens de DNA test ben ik een mix van de volgende gebieden:

Voor het eerst in mijn leven dacht ik echt: wauw. Dat ben ík! Je weet dat Brazilië een enorme meltingpot is en dat hier zo’n beetje de meest gemixte mensen ter aarde wonen, maar nu zie ik pas echt hoe rijk mijn afkomst is. De kaart laat dan niet mijn woonplaats verder zien, maar blijkbaar wonen daar gewoon hele gemixte mensen (of is er niet genoeg DNA uit dat gebied bekend). Het is bijzonder hoe divers mijn DNA is en dat ik op deze plaatsen allemaal een klein beetje geschiedenis heb.


Ik realiseerde me meteen dat veel van deze plaatsen ook in het verleden ontzettend met elkaar in de clinch hebben gelegen. Of dat zelfs nog steeds doen. Ik zie voor me hoe de Portugezen en Spanjaarden er voor zorgden dat slaven uit Nigeria in Brazilië terecht kwamen, en ik daar uiteindelijk een mix van ben. Hoe Asjkenazisch Joodse afstammelingen uit Oost-Europa naar Recife waren gekomen omdat hier de eerste synagoge van Amerika is gesticht door de Nederlanders. Joost mag weten hoe Schotland, Ierland en zelfs Finland in deze mix terecht zijn gekomen, maar ik dank hier vast mijn immuniteit voor kou aan. Het is natuurlijk ook maar afvragen hoe betrouwbaar zo’n test is, maar goed. Het heeft me veel meer over mijzelf kunnen vertellen dan ik dacht.

Meteen bracht me dat terug bij racisme. Dit is iets wat mij, maar ook vele anderen op dit moment veel bezig houdt. Hoewel het racisme debat voor sommige mensen nog steeds een donderslag bij heldere hemel is (“waarom komen ze daar nú pas mee?!”) vond ik de afgelopen jaren de maatschappij al een stuk grimmiger worden. Het blijft toch altijd een dingetje als je een Nederlander bent met een andere etnische achtergrond. Waar je eerst niet zag (of wilde zien) dat hier door sommige anders over werd gedacht, kunnen mensen nu hard uithalen met ‘eigen volk eerst’ of ‘als je het niet bevalt, dan ga je maar terug naar waar je vandaan komt’. En dit heeft er indirect toe geleid dat ik mijzelf daadwerkelijk ben af gaan vragen: waar kom ik dan eigenlijk vandaan?

En dan ben ik dit, een mix van Zuid Amerikaans, Afrikaans en Europees bloed. En ik voel me rijk. Rijker dan de gemiddelde Nederlanders die – naar eigen zeggen volgens het volkslied – Duits bloed hebben. En wellicht nog wat anders. Rijk, omdat ik niet één geschiedenis heb, maar een heleboel. Ik zal ze nooit geheel kennen natuurlijk, maar ik ben afstammeling van zowel het volk dat heeft geleden als van het volk dat heeft getiranniseerd. En dat maakt voor mij het plaatje rond, want ik leef bij de filosofie dat alles wat ik een ander aan doe, doe ik in feite mijzelf aan (‘The Egg’ – Andy Weir). Waarom zou je mensen die andere kleuren, geloven, voorkeuren hebben weg willen hebben?

Na een heftige periode is dit echt als een ontlading gekomen. En hoewel ik mij pas recent daadwerkelijk meldt in de strijd tegen racisme, kan ik niet blijer zijn om te kunnen zeggen dat ik een kind van de wereld ben. En ik ben daardoor fucking mooi.

Ocean child | instagram @carinivana | 24 augustus 2020

Letting Latina Loose

In strijd met mezelf, alweer.

Zo’n vier jaar geleden begon ik opeens te twijfelen aan mijn bestaan. Niet aan óf ik echt bestond natuurlijk (ik heb mijn kleine teen vaak genoeg gestoten om hier bevestiging op te krijgen) maar meer wat ik hier doe. Mijn adoptie zorgde vóór die tijd nooit voor complicaties, omdat ik er simpelweg niet mee bezig was. Ik zag mezelf niet als een vrouw van kleur maar als een Nederlandse met een aanbak laagje.  Ik ben opgegroeid met de woorden dat ik gelijk ben aan anderen. Dat mijn lengte, gewicht, kleur en geslacht niet uitmaken om succesvol en gelukkig te zijn, en dat gezonde, fatsoenlijke mensen mij hier ook nooit anders op zouden  beoordelen. En ik heb mezelf dan ook verteld dat dit ook niet is gebeurd.

Ik kan inmiddels zeggen dat na vier jaar met mezelf worstelen ik eerlijk kan zijn tegen mijzelf over mijn huidskleur. En de gevolgen van deze huidskleur. Adoptie heeft betekent dat ik meer kansen heb gekregen die ik anders niet zou hebben gehad, en dat zou mij meer vrijheid moeten geven. Maar wanneer ben je echt vrij? Discriminatie is inmiddels dagelijks aan de orde in het nieuws en ik ben mezelf steeds meer gaan afvragen of dit in opkomst is of dat ik het gewoon nooit zag. Voorheen vroeg ik mezelf af : ben ík wel eens gediscrimineerd c.q racistisch bejegend?
Vroeger was mijn antwoord waarschijnlijk ‘nee’ . Of  ‘niet echt’. Of ‘niet met opzet’. Ik kon en kan zelf ook nog steeds best grapjes maken die op het randje zitten en er mee weg komen omdat ik zelf een kleur heb. Is dat eerlijk? Als je wit bent dan vallen die opmerkingen toch sneller onder racisme dan wanneer je bruin of zwart bent. En humor is nu eenmaal mijn uitweg voor vrijwel alles.

Inmiddels hebben we het allemaal deze week over #blacklivesmatter. Waarom? Omdat er wederom een zwarte man is overleden aan (politie)geweld. Niet omdat hij gevaarlijk of onhandelbaar was, maar omdat hij zwart was. Het zou een witte man niet zo snel op deze manier overkomen. Het is het zoveelste slachtoffer van racisme, en hoewel dit niet dichtbij heeft afgespeeld zou dit toch echt alarmbellen moeten doen rinkelen voor iedereen. Racisme is niet weg of weg te stoppen. En het peutert compleet mijn ‘ blanke’ identiteit af. Ben ik ooit gediscrimineerd op huidskleur? Ja. Dat heb ik destijds weggestopt, want ik herkende het niet als racisme. Toch komen al die herinneringen nu triomfantelijk terug mijn geheugen in wandelen. Alsof ik net zo dom was als Ash Ketchum die elke keer in de vermommingen van Team Rocket trapte, terwijl het duidelijk de bad guys waren die hij elke aflevering tegen kwam. Goedgelovig. Want discriminatie is niet iets dat altijd met opzet gaat. Of dat altijd gericht is aan mij. Mensen denken soms dat ze om mij heen kunnen discrimineren, want ‘ik ben geadopteerd, dus ik ben anders.’ Misschien moet je jezelf eens afvragen wat je daadwerkelijk zegt als je dat beweerd. Je kunt niet even iemand ‘cancelen’ van discriminatie / racisme omdat je diegene kent.

Maar terug naar mijn identiteit. Want ik ben steeds meer gaan voelen wat discriminatie is. Hoe er voor sommige mensen nog steeds een enorme kloof in de maatschappij bestaat en dat ik toevallig hier mazzel in heb gehad met een ‘witte’ opvoeding. En dan is mazzel een groot woord, als blijkt dat je alle opmerkingen en situaties betreft discriminatie haarscherp uit je geheugen kan plukken. Ik kan veel van mezelf zeggen, maar ik durf wel te beweren dat ik een sterke vrouw ben. Ik heb deze situaties namelijk nooit laten escaleren, ik heb opmerkingen nooit zo ontvangen dat het mij direct beïnvloedde. Maar een stapel van herinneringen hebben er wel voor gezorgd dat ik langzamerhand het gevoel kreeg dat ik voor bepaalde dingen gewoon niet goed genoeg was. Of eigenlijk, gewoon niet wit genoeg. Het is heel vermoeiend geweest om het idee te hebben dat je prestaties niet hoog genoeg zijn, dat je uiterlijk niet aan het schoonheidsbeeld voldoet, dat je inzet niet voldoende is. En niet omdat iemand je ooit letterlijk heeft gezegd dat het niet voldoet. Het is een kettingreactie van alle kleine pijntjes die mij vier jaar geleden omver hebben geworpen en ik nu herken voor wat het is. Of beter, dat ik mezelf nu herken voor wat ik ben. Gekleurd. De een noemt het latina, de ander zwart of bruin, dat is natuurlijk het mooie van Braziliaans zijn; ik ben het allemaal. Dus de volgende nare opmerking die je maakt die gericht is om mensen te kwetsen met een ander ras, andere huidskleur, ander geloof, ander geslacht… onthoud er dan bij dat je mij hier niet van ontziet. En als het je doel is om mij te raken; Bring. It. On.

split me

Instagram @carinivana | 30 mei 2020

Reisblog USA: When the roadtrip ends…

Aan alle goede dingen komt helaas een einde.

Dus helaas ook aan deze fantastische reis! Nadat we de Grand Canyon hadden bezocht, besloten we om flink wat miles te maken om wat eerder in Los Angeles te zijn. We stopten eerst bij het plaatsje Williams, wat eerst een slaperig dorpje leek maar ‘s avonds ontzettend sfeervol was. We aten bij een echte diner met neonborden,  live muziek, jaren 60 stijl en geheel in route 66 thema. Loved it! We kregen drinken in een beker die zo groot was dat je met de inhoud de Amazone kon blussen (ja, dit is weer Jeroen-stijl overdreven maar hij was echt véél te groot) en gingen daarna op een (niet succesvolle) souvernirshunt. Prima plek voor een tussenstop!
IMG_1495
We besloten dat we eigenlijk misschien toch wel naar San Diego wilde gaan en maakte de volgende stop in het plaatsje Blythe. Dit was gewoon eigenlijk een dorre hoop zand waar wat mensen in waren gepleurd om het te bewonen. Ons hotel was op zich prima (het had een zwembad en het was die dag 32 graden dus YASS!) maar wat we van Blythe hebben meegekregen is dat het een troosteloos stukje grond is dat enkel dient als tussenstop naar Los Angeles. Sorry als ik nu trotse inwoners tegen het been schop maar come on, Blythe… get it together.
De dag er na tufte we naar San Diego, een stad met veel meer karakter dan de voorgaande stadjes. Dat het vlak bij de Mexicaanse grens ligt is ook wel duidelijk te zien, al wagen wij ons niet meer aan taco’s sinds het fiasco met Taco Bell. Had ik dat al gemeld? Wij haten Taco Bell. Onze enige ervaring is dat we na 40 min wachten (bij een fast food restaurant, jawel) een hapje lauwe blubber kregen dat waarschijnlijk nog slechter smaakte dan de insectenderrie op de voorkant van onze bumper. Of in Jeroen-taal: het was een hapje kots dat van de straat was geschraapt nadat de meest ranzige zwerver van het westelijk halfrond het vier dagen geleden had neergekwakt. En dat op een gedroogd stuk vel dat een taco voor moest stellen.
Het was Taco Hell. Nooit meer voor ons.
Gelukkig had San Diego ook andere dingen te bieden dan taco’s (een gezellige pier, een mooi park, een ontzettend druk wegennet). Het was zeker de moeite waard om die uitstap te maken, ook omdat de weg naar L.A daardoor langs de kust voer.

IMG_1535

En dan Los Angeles. De weg er heen was niets minder dan de hel. Ik vind dat ik zelf wel best kan rijden, maar blijkbaar kan vrijwel niemand anders op de weg dat. Of in ieder geval naar mijn standaard. Wat een drama! De stad zelf was heet, vies en druk. Sorry Los Angeles, maar wat een puinbak ben jij op bepaalde punten! We zijn naar de walk of fame geweest in de bloedhete zon, waarna Jeroen smolt als een perenijsje en Armindo zo oververhit raakte dat je een eitje op hem kon bakken. We hadden de energie niet eens om Trump op zijn ster te stampen en hebben hem met een boze blik weg laten komen. ’s Avonds probeerde nog ergens te komen om nog wat te gaan doen, maar nadat we 50 minuten op een niet verschijnende bus hebben gewacht (het enige wat verscheen was een roggelende man in een rolstoel die om de vijf minuten de inhoud van zijn maag op de grond smeet) hebben we het opgegeven. Net nadat we tien meter waren weg gelopen, kwam die rotbus natuurlijk voorbij. Roggelman staat waarschijnlijk nog steeds op de heuvel zijn ingewanden op te hoesten.

Gelukkig was de laatste dag geweldig. We vluchtte naar Santa Monica, naar de pier. Hier was zeewind (hoera!) souvenirs (mislukt!) en zee! Armindo en ik zijn als een stel dolgelukkige zeehonden het water ingerend om tegen de golven in te springen terwijl Jeroen weigerde om naar ons te zwaaien vanaf het strand. Wat was dat even lekker zeg! ❤ Santa Monica was echt een leuke laatste uitstap, ondanks de 1,5 uur durende reis (dankzij een metro die overal wil stoppen). We moesten daarna de koffers inpakken in ons meest skere appartement dat we hebben gezien (zelfs wc papier zat niet inbegrepen) om de volgende ochtend op tijd Dutch Karu in te leveren bij de dealer. Dit was toch wel even een emotioneel moment (dat na 1 seconde werd afgekapt door de verhuurder die ons sommeerde onze spullen uit de auto te halen en de bus naar de luchthaven te nemen). *Trump voice aan* Dutch Karu was the best car, he was. We loved him, people love him. Never had any better, i tell ya.*Trump voice uit*

En toen was het Go-time. Ruim 10 uur in het vliegtuig (waarvan na 2,5 uur het entertainment systeem uit viel en ik ruzie wilde maken met alle mensen om me heen omdat ze zo enorm asociaal waren, maar ruzie maken met vreemden niet in mijn aard zit) en niet echt goed kunnen slapen helaas. Maar goed, we zijn inmiddels weer thuis. De stilte is oorverdovend, en hoewel ik straks waarschijnlijk geweldig ga slapen mis ik mijn reisbroeders nu al. Armindo en Jeroen zijn grote lieverds waarmee je kunt huilen van het lachen, zwemmen in een koud meer, rijden als een t-rex, schelden naar de Taco Bell, volproppen bij de Denny’s en gewoon een onwijs mooie tijd mee kan beleven, waar je ook bent. Amerika is een land met veel diversiteit (de eind conclusies van alle locaties komen in mijn laatste blog!) en veel ups en downs. Er kan in elk geval weer één geweldige reis van mijn bucketlist worden afgestreept!

So long, ‘Murica!

IMG_0335

Reisblog USA: When you wake up…

In a Tipi

Nadat we Fresco achter ons hadden gelaten, met het geweldige maar enigszins eigenaardige air BNB huis,  vertrokken we naar Bakersfield.  Dit was eigenlijk puur een tussenstop nadat we Sequoia National Forrest hadden bezocht. Hier stonden bomen van tachtigmiljoen jaar oud – oké dat is overdreven- de oudste boom was 2200 jaar oud en heet Sherman. Sherman heeft me goed aan het denken gezet,  ik heb Jeroen de belangrijke vraag gesteld waar hij had willen staan als hij een boom was geweest. Ja, na 3 weken roadtrippen komen de diepere onderwerpen ook naar boven. Dus voor alle lezers van deze blog: waar zou jij willen staan als je een boom was? B16898E0-8C20-420E-A9C0-0AA9132F98B2

Helaas hebben we wederom geen beer ontmoet, ondanks de waarschuwingsborden. Deze kunnen we inmiddels verzamelen, want de rij dieren die we hadden kunnen aanrijden bestaat uit koeien, paarden, beren, puma’s, eekhoorns, elanden en uiteraard de altijd verkeershatende herten. Het klinkt nu alsof we met opzet deze dieren hebben proberen aan te rijden (wat uiteraard niet het geval was) maar er lagen toch regelmatig dode dieren aan de kant van de weg, helaas. De enige dieren die wij nog met regelmaat vermorzelen met Dutch Karu (de naam van onze auto) zijn insecten. Daar zit nog steeds een buffet van aan de bumper gekleefd. Helaas hebben wij weinig van de op het bord genoemde dieren mogen ontmoeten. Of in de meeste gevallen misschien ook maar beter…

Na Bakersfield hadden we nog een lunch in Barstow, een plaatsje dat voornamelijk bekend staat om zijn banden met route 66. We besloten naar een ghost town te gaan, Calico, wat iets verder op lag. Hoewel ik er nog redelijk neutraal over ben, vonden Jeroen en Armindo het vreselijk. Het was heet, er waren geen spoken en de meeste verlaten huizen waren opgevuld door souvenirswinkels. Het was niet zo indrukwekkend als ik had gehoopt, maar misschien hadden we de boel niet moeten hypen door knalhard met de Ghostbusters themesong er in volle vaart heen te rijden.
Daarna kwamen we dan eindelijk aan in Las Vegas. Ja, wat kan ik zeggen over Las Vegas. Het is een pretpark voor volwassenen die van gokken en spelletjes houden in de nacht.  Het is overdag net zo interessant als Zandvoort in mid-winter : troosteloos en lelijk,  met als enige verschil dat de temperatuur zo hoog blijft dat zelfs ik ben verbrand.  Ik verbrand vrijwel nooit, maar mijn benen zijn inmiddels zo wit van het zonontwijken afgelopen jaren dat ze deze stralen niet zagen aankomen. In Vegas hebben we dus eigenlijk alleen maar aan het zwembad gezeten en een klein beetje gegokt. Zelfs Jeroen, die een steeds hoger oplopend bedrag is kwijtgeraakt  aan  een pandabeer naarmate de tijd verstrekt. (Niet dat het bedrag groter werd,  het verhaal werd gewoon sterker) . We raakte zelfs  al verdwaald in ons hotel, dus meer had er ook niet hoeven gebeuren…
And thats all i can say about Las Vegas.

Na Las Vegas had ik hoofdpijn  (nee, niet van die cocktail, waarschijnlijk gewoon van de hitte)  en hadden we een flinke reis gepland. Of dat slim was, laten we in het  midden. We waren binnen het uur door Zion gecrosst omdat we niet door hadden dat we al richting de volgende uitgang reden. Dat was een beetje Zionde. (Jeroen gaat me een rode kaart geven voor deze woordgrap).  Daarna kwamen we met zonsondergang bij Bryce Canyon aan. Hier hebben we nog genoten van het uitzicht voordat we naar een lodge in de bergen gingen. Dit was eigenlijk een ski-vakantie oord, waar we  nu voor ons budget prima konden vertoeven voor een nacht. We hebben de beste hamburger van ons leven gegeten (oké, Armindo en ik. Jeroen had chicken wings). Je verwacht niet dat wanneer je hongerig aankomt bij een lodge in de bergen en de keuken nog 20 min open is, om de burger van je  leven te ontmoeten. Als we nog in Vegas waren, dan waren we er mee getrouwd. Deze burger was precies wat een stel hongerige Nederlanders nodig hadden. Ik mis hem nu nog.
We waren zo moe dat we bijna geen energie hadden om een tour naar Antelopes canyon te boeken, die we blijkbaar al véél eerder hadden moeten regelen want bijna alles zat vol. Gelukkig lukte het nog, ook al was het nogal twijfelachtig of ik wel foto’s kon maken (mocht namelijk geen tas mee) en of dit wel geschikt was voor ons. Overal staat namelijk het woordje ‘hike’. Dat vind ik maar een beetje vaag begrip, in mijn ogen is het een beetje extreem wandelen. Gelukkig was deze ‘hike’  heel goed te doen en zeker aan te raden voor iedereen, ook als je net als ik totaal niet in vorm bent en beter de burger van je leven had kunnen  laten staan voor de salade van dat moment. Ik had ons dus de volgende ochtend als een dril sergant (zoals de boys het noemen) de auto in geduwd.  We hadden een tijdsverschil tussen Utah en Arizona en zouden (volgens onze logica) een uur verliezen, waardoor we uiterlijk half 10 in de auto moesten zitten.  Armindo is een man van alles op zijn gemakje doen en Jeroen is deze vakantie al benoemd tot Pee-King, en ik (vrijwel altijd overal te vroeg aanwezig) wilde deze jongens op tijd in die Canyon krijgen.
Hoe het precies verkeerd is gegaan is nog niet helemaal duidelijk, maar we arriveerde 2,5 uur te vroeg. Tja. Sorry, not sorry though.
We hadden tourguide Eugene (die na die dag een andere baan kreeg) en het was een hele gezellige tour.  We proeften hier wel direct de sfeer en de houding  van veel native Amerikanen. Anders dan de zo opgewekte (haast té) vriendelijke westerse Amerikanen, was er in deze gemeenschap duidelijk een probleem en een mening over dit probleem.  Iets wat eigenlijk alleen maar interessanter is.  We sliepen die avond dan ook in een tipi tent bij Oljato Monument Valley. Hoewel de mannen last hadden van de kou (ondanks dat zij een extra deken hadden), de wilde honden en elkaar,  was ik lekker aan het slapen in de tipi. Heerlijk, had het zo nog een nacht gedaan! Wat een ervaring! De host was niet bepaald sociaal, we werden half de tent in gesmeten en daarna aan ons lot over gelaten, om vervolgens andere gestrande toeristen te moeten opvangen omdat de host weg was gegaan en ook niet meer op kwam draven tot de volgende ochtend. We waren blij dat het voor ons in elk geval was geregeld.
Daarna vertrokken we naar de Grand Canyon. Ik zal zeggen: de Grand Canyon is iets dat ik gewoon in mijn leven wil hebben gezien, en ik heb hem gezien. En na een paar bochten zag ik hem weer. En na een half uur verder rijden weer. En toen was het wel even klaar met de Grand Canyon. Don’t skip it- but don’t get hyped either.

Thats all for now, see ya in L.A – ons eindpunt alweer! 😥

 

ED981785-38AD-446E-AEC6-2405F72C5FE1

03C2A380-C55B-4FDD-B98B-2987643CDA93

B78C9868-E361-4744-B340-C921CAF7C5D3

E739203C-1722-4344-BC19-7AB4F2576BAF74A88911-2816-4DD4-B58B-8AA72C9041D17EFBA80E-8AB6-4E09-AD36-2A1CD6348C0E07F91C25-AB79-4CE5-935A-56429F08DD2F

12E6AEB6-E609-49A9-889D-88962AA0E8BC

Reisblog USA: When you waste your time…

In de file Americén

Of ook wel de Amerikaanse file genoemd. Lake Tahoe was leuk, maar het was een stuk aangenamer geweest als we niet uren in de file hadden hoeven te staan. Het is een prachtig meer, maar de wegwerkzaamheden in Amerika gaan toch wat anders dan in Nederland. Men gaat midden op de dag een weg open halen, waar ze een of andere neergeslagen medewerker met een stopbord op de weg dumpen die het verkeer moet fixen.
Helaas hebben we hier wat tijd door verspild en heb ik niet alle plaatsen kunnen bezoeken die ik had gewild, maar Tahoe was desalniettemin een mooie plek.

AEA4234E-672D-436D-9FAE-C3CA33147474

Na Lake Tahoe was het weer tijd om onze inner hipster uit de kast te halen: San Francisco was aan de beurt! Ik reed er met goede moed heen en kwam aan het staartje van de reis terecht in een soort wervelstorm van auto’s dat ze in San Francisco nog gewoon ‘de spits’ durven te noemen. Als een echte latina schold ik ze natuurlijk allemaal de huid vol, echter verstond niemand mij of trok zich iets van onze (inmiddels met insect besmeurde) Dodge aan. De auto bleef daarna ook het hele weekend op de oprit staan.
San Francisco was precies wat we er van hadden verwacht : hip, vooruitstrevend en kleurrijk. Soms drukker dan we hadden verwacht (lees: gewenst), soms diverser dan we hadden gehoopt, met nog altijd een aanhoudende stormvloed van zwervers. Hoewel we wisten dat dit bestond, blijft het toch raar om zoveel zwervers te zien in een land dat wij als welvarend beschouwen. Of nou ja, dat zichzelf in de meeste dingen de best vindt. Men is hier enorm patriotic, vaderlandlievend. De gemiddelde Nederlander hangt misschien niet eens meer de vlag buiten met speciale gelegenheden, als ze er überhaupt al een hebben. De Amerikaanse vlag komt zo vaak voorbij dat we ons afvragen of men wellicht anders vergeet in welk land ze zijn. We spelen het spel ‘spot de vlag’ – wanneer je een vlag ziet van Amerika, dan roep je ‘Muricah!’.  Punten tellen doen we niet, want dan hadden we allemaal al een trutjeroen aan punten. Het aantal vlaggen dat wij per straat ophangen met Bevrijdingsdag is ongeveer het gemiddelde per Amerikaanse straat op een gewone donderdag middag.

San Francisco leek íetsjes minder into de vlag en meer into recyclen, kunst en hele dikke zeeleeuwen die een uur in de wind stonken op pier 39. Super leuke beesten, maar wat een herrie en wat een stank! Het was geweldig om te zien hoe ze elkaar van de pier af beukten alsof het gangbeast was (PSP spel), maar na een paar minuten vonden we het wel genoeg en gingen verder met shoppen. Frisco heeft behoorlijk wat winkelcentra, de een interessanter dan de ander, en nadat ik mijn liefde tegen ben gekomen in de vorm van een multikleurige trui, ben ik happy mee gegaan naar Palace of Fine arts. Een neoklassiek bouwwerk dat redelijk afstak tegen de rest van de schattige huizen in San Francisco. Het bouwwerk was overigens wel mooi, maar eigenlijk vind ik de gekleurde huizen in (vrijwel geheel) San Francisco het mooist. Waarom we in Nederland van die saaihazen zijn weet ik niet. De bouwstijl van de huizen in SFO… i loef! So hard!

D9FAFD50-2923-44BC-BAD0-9493679F70FC
Verder was het eten in Frisco niet perse wat we hadden verwacht. De sushi / ramen was ronduit teleurstellend, de rest was nogal duur of overrated. Of, in het geval van het scoren van die goede donut,  gewoon al op voordat het 13:00 uur was. De Golden Gate brug had er ook weinig zin in : die was amper zichtbaar door het tegenlicht. Natuurlijk ook wel deels onze eigen schuld, maar toch. Come on,  Golden gate! We hebben ook nog redelijk wat ge-Ubert (kwam qua kosten niet heel veel hoger uit dan het OV) en Jeroen heeft meerdere keren een onbekende auto aan proberen te houden om diegene te dwingen tot het uberen van onze reis. Ook stapte we soms in een bus waarbij we de halte miste of véél te vroeg uitstapte en naar  de volgende halte moesten sjokken om vervolgens een sassy blik van de buschauffeur te krijgen. Maar aan de andere kant bemoeiden mensen zich ook massaal met je als ze doorhadden dat je een toerist was die de weg niet wist. Hoewel we in Nederland toch een bepaald beeld hebben van Amerikanen, kunnen we hier een puntje aan zuigen : men is veel meer begaan met elkaar en de Amerikanen die wij zijn tegen gekomen zijn allemaal heel sociaal en vriendelijk. Alsof wij de eerste Europese toeristen zijn die het in hun hoofd halen om een rondreis te maken.
Al leek dat in Fresno echt zo te zijn – toen we daar aan kwamen werd ons meerdere malen gevraagd of we op vakantie waren, en wat we daar dan in vredesnaam deden.  Toen we zeiden dat we naar Yosemite National Park gingen, klaarde de Fresnoten (ik heb geen idee hoe je inwoners van Fresno noemt) meteen weer op. Blijkbaar had Fresno niet alleen buiten de stad een bepaalde reputatie, ook de stad zelf was niet dol op zichzelf. In Fresno hadden we wel een bijzondere Air BNB : een flink huis met drie enorme slaapkamers en zwembad. Het gehele huis stond vol met prullaria. Iemand die mij goed kent zal zeggen dat mijn huis vol staat met prullaria, maar geloof me – dit huis is de duidelijke Oscar winnaar van prullaria,  waar mijn huis nog niet eens in de buurt van nominatie komt. En spiegels. Het huis had tien trutjeroen aan spiegels. Het werd zelfs een beetje creepy op sommige momenten, maar we hebben er toch prima geslapen verder.

We zaten alleen in Fresno om Yosemite te bezoeken, wat net zo indrukwekkend was als ik me had voorgesteld. Hoewel het er van een echte hike niet kwam (gelukkig voor mij, mijn huidige fysiek is niet voorbereid op dit soort actieve grapjes) hebben we toch geweldige stukken van het park gezien. Het was mijn beurt om te rijden en ik zag er een beetje tegenop,  maar het ging allemaal prima. Ik denk wel dat mijn ouders een hartverzakking zouden krijgen als ze de scherpe bochten zonder vangrail zouden zien.
Helaas hebben we tot op heden geen beer kunnen spotten.  Graag had ik een beer in het wild gezien, van een afstand want ik wil niet dood verder. Maar waarschijnlijk zit het er niet meer in, ondanks alle borden op de weg met ‘over 1 mijl steekt er een beer over’. Er zijn precies 0 beren over gestoken. Jammer dit. Ik heb daarom maar het spel ‘Bears VS Barbies’  gekocht. Nog niet gespeeld,  maar één van die twee gaan  gesloopt worden.

To be continued…

75D04D84-8ECA-487D-A507-3A29B2CBDD72

 

Reisblog USA: When you go to…

A shitty hotel.

Nadat we uit het bedwans hotel waren ontsnapt met een getraumatiseerde Armindo, hadden we de meest schattige air BNB gevonden vlak bij Portland. Portland zelf was regenachtig (wat niets nieuws was voor die stad en ook niet voor drie Hollanders) maar wat een geweldig leuke stad! Je inner hipster kwam helemaal naar boven. Een geweldige boekwinkel (Powell’s Bookstore), super leuke grafitti en ontzettend hippe koffie tentjes. We dachten dat Portland vol zat met hipsters maar dat bleken soms zwervers te zijn. Moeilijk uit elkaar te halen soms, maar als het een iPhone heeft dan is het een hipster en als het een slaapzak heeft dan is het in de meeste gevallen een zwerver. Of een hele goedkope toerist.

We hebben in Portland eigenlijk niet veel anders gedaan dan winkelen en door de straten lopen maar we vonden de stad ondanks de regen aan water en zwevers alsnog erg sfeervol. Don’t skip Portland als je gaat roadtrippen!
Na Portland reden we door naar Medford. We waren niet geïnteresseerd in deze plaats en namen een omweg via Crater Lake. Dit was een hele grote omweg maar het was het waard! Crater Lake zag pico bello uit en ik heb zelfs vrienden gemaakt met de lokale bosdieren. Helaas nog steeds geen beer gezien.
We hebben de meest afschuwelijke panorama foto gemaakt waarin Jeroen zo enorm vervormd werd dat het leek alsof hij vier koppen uit zichzelf had zitten groeien. Als het meer nog niet vol genoeg was, dan gooiden wij er wat tranen van het lachen bij.

Aan het eind van de dag kwamen we dus aan in Medford. Hier werd Armindo direct opgepakt door de lokale politie. Ik zal het verhaal op z’n Jeroens vertellen (en daarna de waarheid): Armindo reed als een gek door de straat, slingerend als een zuiplap, op zoek naar ons motel. Hij begon te spookrijder want YOLO. De politie zag hem rijden en greep hem in de kraag: ‘What the hell are you doing?!’  hup, in de boeien en mee naar het bureau waar hij een nacht in de cel heeft gezeten.
Nu de waarheid: We konden ons hotel niet vinden en hadden niet door dat het een eenbaanswegen was. Hierdoor heeft Armindo ongeveer 10 meter tegen de richting ingereden, precies voor de neus van de politie. De agente kwam wel met ‘what the hell are you doing?’  aangewaggeld, maar toen ze zag dat ze drie verdwaalde toeristen aan de haak had geslagen,  hielp ze ons met het zoeken van het hotel zonder verdere vragen of boetes. Maar wel met de waarschuwing : de hotels aan deze straat zijn niet zo goed… de buurt was niet zo fijn. De agente was bezig met een gestolen auto te registreren toen wij voorbij kwamen spookrijden.
Dat hebben we geweten. Mijn kingsize bed was dan wel kingsize, de kamer stonk zo naar rook dat een gemiddeld bruin café er niets bij was. Veel lampen deden het niet, de badkamer was absoluut niet Rob Geus proef en de gordijnen hadden vlekken waarvan de oorsprong niet achterhaald hoefde te worden. Er lag een tapijt op de vloer die met alle waarschijnlijkheid het ontstaan van de aarde nog heeft mee gemaakt en de gasten die er waren hadden zo’n hoog tokkie gehalte dat het verheven kon worden tot een sport op de Olympische spelen.  Om je eerlijk er zeggen : ik heb me doodgelachen, want wat een avontuur weer. Maar liever niet meer.
Dan maar iets duurdere hotels en airBnB’s. Dat betekent gewoon geen traktatie wanneer ik jarig ben volgende maand, sorry guys.

802191D5-69C8-408C-B740-7C007B191A39

 

Gelukkig hadden we daarna een geweldige ranch gevonden op de rand van Nevada. Airbnb eigenaren Christine en Joseph heette ons van harte welkom en na een geweldige nacht onder de sterrenhemel op de ranch hebben we een bakkie koffie met ze gedronken voor we vertrokken. Wat een fantastische mensen! Als we niet weg waren gegaan, dan zat Jeroen nu nog met Joseph te beppen.
Christine gaf ons nog de tip om naar een Spa te gaan (beetje uit de route en had nogal een new-age sfeer) voordat we naar Lake Tahoe reden. Dat was heerlijk! En nodig, gezien we bij Lake Tahoe en file (zo genoemd de file American) hadden van wat naar onze mening meer dan 1 trutjeroen duurde. (Een trutjeroen is een ander woord voor overdreven veel).
Ons hotel in Tahoe is gelukkig prima in orde, zonder bedwanzen of de lucht van tachtig asbakken die zijn geleegd. Wij zijn helemaal happy.

D8EEBE86-EF5D-4473-A3FD-56960AD3043C

21874020-2B41-48D2-B456-5B1D8B3A5399

Reisblog USA: When you and your friends…

Go on a Roadtrip!

 

Hey guys, hier is hij dan – mijn eerste nieuwe reisblog! Vanaf een tablet, dus vergeef me de grammatica. De spatietoets op het toetsenbord doet moeilijk..
Onze reis begon woensdag 18 september, alles leek voorspoedig te gaan en we zaten ruim op tijd in het vliegtuig. Helaas besloot het grondpersoneel van KLM precies die dag te staken waardoor we 2,5 uur in het vliegtuig vast zaten.De reis duurde hierdoor dus 12uur in plaats van 9,5 uur maar ach – vakantie is vakantie. Verder was het een fijne vlucht dus niks te klagen.

We kwamen hierdoor wel ook ruim 3 uur later bij het hotel aan en hadden helaas geen tijd om die avond Vancouver verder te bekijken, maar dat was geen punt. De volgende dag hadden we alle tijd. We begonnen aan een twijfelachtig ontbijt met droge scones en eieren die we uit het ijs moesten halen (review over het ontbijt: 0 sterren). Daarna vertrokken we naar het centrum van Vancouver om Gasttown te bekijken (dit zou een leuk deel van Vancouver zijn). Nadat we de bushalte finaal hadden gemist, besloot de buschauffeur ook nog eens dat hij geen zin had om Armindo naar buiten te laten, wat resulteerde in dat hij door half Vancouver mee werd gesleurd voordat we hem terugvonden. (Oké, dat is op z’n Jeroens overdreven, we kwamen hem halverwege de volgende halte weer tegen). Buschauffeur Henk (zo hebben we hem genoemd) was niet in een opperst beste bui.
Daarna zijn we naar Stanley Park gegaan voor een wandeling, wat een leuke wandeling opleverde en een mooi stukje geschiedenis van Vancouver. Omdat we eigenlijk te kort in Vancouver waren om nog echt iets bijzonders te gaan doen, besloten we om naar een paar vogels te gaan kijken in een kas ergens op een berg. In de miezer regen. Eerlijk gezegd werd ik er niet blij van, maar we hebben het gedaan.  Dat is wat ik er over kwijt kan. We vertrokken die nacht vroeg om de Greyhound bus te nemen naar Seattle en lieten Canada achter ons. Om je de waarheid te zeggen: het beeld dat ik voornamelijk van Canada heb nu is dat het een moderne plaats is vol natuur en zwervers. Man, wat zaten er veel zwervers in Vancouver.

 

Seattle was daar misschien niet heel veel anders in, maar ik vond de stad wel meer charme hebben. Waarschijnlijk heb ik Vancouver ook geen eerlijke kans kunnen geven, en ook Seattle heb ik maar kort gezien maar de stad vond ik wel hip. We hebben hier onze auto opgehaald; een Dodge. Een bakbeest van een SUV die zowel luxe als sexy is. We love our Dodge. We zijn op de Space Needle geweest, waarbij Armindo en ik nog even moed moesten verzamelen om op de glazen vloer te gaan staan. Jeroen banjerde er overheen alsof hij de vierdaagse er op wilde lopen. Het was helaas verder haast onmogelijk om voor schappelijke tarieven te parkeren waardoor we een beetje ronddwaalde in Seattle en niet veel meer hebben kunnen doen. ‘S Avonds eindigden we bij een kip restaurant dat Sisters & Brothers heet en vlak bij het Boeing industrie terrein ligt. Als je ooit die kant op gaat – de beste kip ever! Geweldige tent, sassy personeel en hippe inrichting. We loved it!
Armindo kwam er achter dat hij zijn toilet tas was vergeten in Canada (we geven hier Henk de schuld van),  en we kregen nog een paar tips van de balie medewerker voor de volgend dag. In Oregon was een geweldig stadje: Astoria.

Het was mijn beurt om te rijden en we gingen een reis van meer dan 3,5 uur tegemoet naar Astoria,  maar dat was meer dan de moeite waard! Wat een enorm karakteristiek en lief stadje! Onderweg hadden we geweldige uitzichten en toen we aankwamen hebben we heerlijk geluncht aan het water. Daarna reden we door naar Cannon Beach. Ook zeker een aanrader als je tijd hebt (en nog fijner als het mooi weer is, zoals bij ons) want het is een zeer fotogeniek strand!  Dit was wel nog 45 min rijden vanaf Astoria, en we moesten toen nog eens 2 uur terug, dus totaal had ik bijna 5 uur gereden. Het motel waar we kwamen was helaas niet zoals we hoopten…Jeroen en ik deelden een kamer en Armindo kreeg een eigen kamer, echter was hij niet alleen. Bedwanzen hadden het voorzien op onze Reisvader (zijn bijnaam) en hij vluchtte direct zijn kamer uit. Helaas sliepen Jeroen en ik al als een blok dankzij een slaappilletje en hoorde we zijn wanhoopskreten niet. Dit resulteerde er in dat de arme man in de auto moest slapen. Bedwanzen 1, Armindo 0.
Bah.

Vandaag waren we naar Portland gegaan (met een uitgeputte Armindo), en ondanks de regen vonden we dit een fantastische stad. We hebben lekker in het centrum rond gewaggeld, wat heel erg hip er uit ziet. Mooie graffiti, stijlvolle gebouwen, hippe koffie tentjes…. een hipster walhalla. Niet overslaan dus bij een road trip!
Om Armindo z’n motel angst een beetje tegemoet te komen zitten we nu in een AirBnB. Super schattig en klein (misschien iets té..) en in ieder geval schoon. Geen zwervers, geen Henk en geen bedwanzen. Weltrusten!

 

Going USA

Hey guys!

Voor mijn gevoel is het een miljoen jaar geleden sinds ik heb geblogd. In een paar maanden tijd is ook veel veranderd. Ik heb in december bij mijn (nieuwe) baan twee vliegtickets gewonnen voor een bestemming naar keuze, dus ik ga morgen een hele mooie reis maken door de Verenigde Staten. We gaan beginnen in Vancouver (Ja i know, dat is Canada) en dan via Seattle en Portland richting San Francisco. We willen een dagje naar Lake Tahoe en Yosemite Park, dan verder naar beneden om uiteindelijk oost te rijden naar Las Vegas en the Grand Canyon. Uiteindelijk willen we dan via Palm Springs richting Los Angeles om vanaf daar weer naar huis te vliegen. We hebben inmiddels al zo veel tips gekregen, maar als je reistips hebt : altijd welkom!

We gaan bijna een maand weg, dit wordt de eerste keer dat ik ook écht uit een koffer moet gaan leven want we gaan road trippen. En met ‘we’ bedoel ik onze Japan Fellowship ‘Caroendo’ ; Carin, Jeroen, Armindo. Of onze Amerikaanse namen Armoney, Little Cash en Jeroen Gold Dikker. Hoewel die zijn bijnaam vast niet waar maakt.
We hebben onze eerste auto vorige maand weten te upgraden naar een mini-van, dus we gaan full soccermom door de states. Dit zorgt er voor dat ik in ieder geval makkelijker mijn koffer mee kan nemen, en ik heb besloten om mijn enorme franse bulldog koffer thuis te laten omdat deze in Japan toch best wel veel gedoe gaf. Aangezien we nu bijna elke dag ergens anders zullen slapen, is een compacter model wel wat handiger. Wel vervelend, wat je blijft een vrouw – alle kleren moeten mee.

We gaan ook ongetwijfeld veel wandelen, en dat is ook wel nodig want ik ben afgelopen jaar veel te dik geworden. Kan daar wel om heen praten, maar dat is gewoon zo. Gelukkig voor mij is Amerika precies het land waar je niet perse opvalt als je een maatje meer hebt. Nadelig is dat ik er ook niet veel gezonder op zal worden met het gemiddelde menu. Jeroen is een flink aantal kilo’s kwijt en Armindo weegt volgens mij nooit meer dan een luchtscheet dus dat wordt nog een karwei om die twee bij te houden. Dat lukte me in Japan al niet eens. Zwemmend zou me dat wel prima afgaan. Ik heb heel veel zin om te zwemmen – en Jeroen gaat Lake Tahoe in, goedschiks of kwaadschiks.
Of ik veel kan bloggen is even de vraag – ik heb wel gewoon een simkaart met data, dus dat is het punt niet. Maar tijd… dat zullen we zien. Ik moet nu ook vanaf een iPad werken dus dat gaat allemaal net even wat anders.  Volg me in ieder geval op mijn Instagram voor foto’s en stories @carinivana en voor de mensen die geen Instagram hebben : het is gratis he 😉

xxx

 

Lanterfant Land

De onbetwiste worstelingen van een doelloze fotograaf

Nadat ik de laatste paar maandjes als full-time fotograaf heb gewerkt, ben ik er achter gekomen dat ik eigenlijk (weer) iets heel anders wil. Ik had afgelopen tijd concentratie problemen, met als resultaat dat ik helemaal niet meer weet wat ik wil, kan en moet gaan doen. Een baan op kantoor klinkt me nu namelijk als muziek ik de oren. Ik vind het prima om eens in de zoveel tijd foto’s te maken van vrienden en familie als zij foto’s nodig hebben. Een concert, een portret, een bruiloft… allemaal heel leuk op zijn tijd! Maar om nu weer als ZZP-er te beginnen… i don’t know.
Ik wil denk ik liever verder onder de noemer ‘beelden kunstenaar’. En misschien zelfs straks alleen nog maar als schrijver. Ik weet het nog niet. We zien wel.
Ik keutel gewoon wel wat rond op mijn eigen creatieve planeet. Ruimte zat. Lekker lanterfanten zonder dat het me mijn inkomen kost.

 

Onderstaand beeld heb ik gemaakt uit symboliek. Mijn camera was mijn ‘living’, maar op een wereld die klein en oppervlakkig is met een weg die nergens toe leidt. Toch is het helemaal niet erg om hier af en toe te zijn om je hoofd leeg te maken en je verhalen ‘op te hangen’.  life

Instagram : carinivana | Lanterfant Land

 

Afgelopen maanden ben ik van baan gewisseld, heb ik kittens groot gebracht, ben ik verder gaan schrijven en heb ik mijn neefje Dylan mijn naam leren zeggen. En nog wat andere woorden waar zijn ouders niet blij mee zullen zijn. Mijn vrienden wel. Die vinden het geweldig dat Dylan slechte woorden zegt natuurlijk.
Nog mooier is dat mijn moeder iedereen tot vervelends aan toe bij zijn titel (opa, tante) blijft noemen – ongeacht of Dylan in de buurt is, maar Dylan haar steevast Elly noemt als hij hun huis binnen komt waggelen. In plaats van oma. Daarnaast was mijn broer Danny eerst ‘Tiny’ en de kat Tokyo ‘Tonny’, waardoor het duo Tiny en Tonny is ontstaan (die helaas nog steeds niet samen kunnen wonen, dus als iemand een woning voor mijn broer weet… let me know! Dan kan de Tiny en Tonny show beginnen)

Maar goed, om terug te komen op fotografie. Ik weet gewoon niet zo goed meer wat ik leuk vind. Ik denk dat ik gewoon weer even helemaal terug moet naar de basis. Of misschien toch verder met het geven van cursussen. Ik word vaak enthousiast als andere enthousiast zijn. Those who can’t do, teach.

 

Holidays are coming!

En inmiddels is het alweer oktober. Tijd voor Halloween!
Ik weet het, een super Amerikaans feest, but i love it! Ik ga naar Walibi Fright Nights, wil weer een pompoen uithollen en ga als het ook maar een beetje lukt nog ergens een feestje opzoeken. Het liefst kijk ik de hele maand horrorfilms en ik probeer zo veel mogelijk mensen mee te trekken in mijn Halloween-ziekte.
Wat niet echt heel goed lukt want de meeste vrienden die ik heb zwijgen als het graf als ik met wilde Halloweenplannen kom. Maar ik heb nog even te gaan voor het zover is, zo makkelijk ontkomen ze niet. Mwhuahaha.

En niet veel daarna zal Sinterklaas weer het land in komen met veel bombarie. Niet dat de acteur zelf een stennis schopper zal zijn, maar natuurlijk de discussie over Zwarte Piet. Of roetveeg Piet. Mijn mening tegenover afgelopen jaar is niet veranderd. Zie mijn blog over de Sinterklaasviering 2017. Ik blijf het moeilijk vinden om van mensen waar ik mijn hele leven al mee omga te horen te krijgen dat er geen ruimte is voor verandering. En daarna volgt er een reeks van de meest onzinnige argumenten waarvan ik echt mijn hoofd een beetje schuin wil houden, ze eens diep aan wil kijken en op een gepaste doch cynische toon wil vragen : “Ja, echt? Een schoorsteen maakt je gezicht zwart, maar je kleren blijven schoon? For real? En jij bent hou oud dat je dit nog echt gelooft?”
En als het je echt gaat om het in stand houden van traditie, prima. Dan kom ik op 5 december bij je kinderen langs verkleed als Krampus. Zullen we eens kijken hoe snel je bereid bent om toch een traditie aan te passen…

 

(Eigenlijk is dat helemaal geen verkeerd idee voor Halloween… waar vind ik een Krampus pak? – Ik bedoel dan niet om kinderen de stuipen op het lijf te jagen he. Hoogstens Jeroen.)