Reisblog USA: When you wake up…

In a Tipi

Nadat we Fresco achter ons hadden gelaten, met het geweldige maar enigszins eigenaardige air BNB huis,  vertrokken we naar Bakersfield.  Dit was eigenlijk puur een tussenstop nadat we Sequoia National Forrest hadden bezocht. Hier stonden bomen van tachtigmiljoen jaar oud – oké dat is overdreven- de oudste boom was 2200 jaar oud en heet Sherman. Sherman heeft me goed aan het denken gezet,  ik heb Jeroen de belangrijke vraag gesteld waar hij had willen staan als hij een boom was geweest. Ja, na 3 weken roadtrippen komen de diepere onderwerpen ook naar boven. Dus voor alle lezers van deze blog: waar zou jij willen staan als je een boom was? B16898E0-8C20-420E-A9C0-0AA9132F98B2

Helaas hebben we wederom geen beer ontmoet, ondanks de waarschuwingsborden. Deze kunnen we inmiddels verzamelen, want de rij dieren die we hadden kunnen aanrijden bestaat uit koeien, paarden, beren, puma’s, eekhoorns, elanden en uiteraard de altijd verkeershatende herten. Het klinkt nu alsof we met opzet deze dieren hebben proberen aan te rijden (wat uiteraard niet het geval was) maar er lagen toch regelmatig dode dieren aan de kant van de weg, helaas. De enige dieren die wij nog met regelmaat vermorzelen met Dutch Karu (de naam van onze auto) zijn insecten. Daar zit nog steeds een buffet van aan de bumper gekleefd. Helaas hebben wij weinig van de op het bord genoemde dieren mogen ontmoeten. Of in de meeste gevallen misschien ook maar beter…

Na Bakersfield hadden we nog een lunch in Barstow, een plaatsje dat voornamelijk bekend staat om zijn banden met route 66. We besloten naar een ghost town te gaan, Calico, wat iets verder op lag. Hoewel ik er nog redelijk neutraal over ben, vonden Jeroen en Armindo het vreselijk. Het was heet, er waren geen spoken en de meeste verlaten huizen waren opgevuld door souvenirswinkels. Het was niet zo indrukwekkend als ik had gehoopt, maar misschien hadden we de boel niet moeten hypen door knalhard met de Ghostbusters themesong er in volle vaart heen te rijden.
Daarna kwamen we dan eindelijk aan in Las Vegas. Ja, wat kan ik zeggen over Las Vegas. Het is een pretpark voor volwassenen die van gokken en spelletjes houden in de nacht.  Het is overdag net zo interessant als Zandvoort in mid-winter : troosteloos en lelijk,  met als enige verschil dat de temperatuur zo hoog blijft dat zelfs ik ben verbrand.  Ik verbrand vrijwel nooit, maar mijn benen zijn inmiddels zo wit van het zonontwijken afgelopen jaren dat ze deze stralen niet zagen aankomen. In Vegas hebben we dus eigenlijk alleen maar aan het zwembad gezeten en een klein beetje gegokt. Zelfs Jeroen, die een steeds hoger oplopend bedrag is kwijtgeraakt  aan  een pandabeer naarmate de tijd verstrekt. (Niet dat het bedrag groter werd,  het verhaal werd gewoon sterker) . We raakte zelfs  al verdwaald in ons hotel, dus meer had er ook niet hoeven gebeuren…
And thats all i can say about Las Vegas.

Na Las Vegas had ik hoofdpijn  (nee, niet van die cocktail, waarschijnlijk gewoon van de hitte)  en hadden we een flinke reis gepland. Of dat slim was, laten we in het  midden. We waren binnen het uur door Zion gecrosst omdat we niet door hadden dat we al richting de volgende uitgang reden. Dat was een beetje Zionde. (Jeroen gaat me een rode kaart geven voor deze woordgrap).  Daarna kwamen we met zonsondergang bij Bryce Canyon aan. Hier hebben we nog genoten van het uitzicht voordat we naar een lodge in de bergen gingen. Dit was eigenlijk een ski-vakantie oord, waar we  nu voor ons budget prima konden vertoeven voor een nacht. We hebben de beste hamburger van ons leven gegeten (oké, Armindo en ik. Jeroen had chicken wings). Je verwacht niet dat wanneer je hongerig aankomt bij een lodge in de bergen en de keuken nog 20 min open is, om de burger van je  leven te ontmoeten. Als we nog in Vegas waren, dan waren we er mee getrouwd. Deze burger was precies wat een stel hongerige Nederlanders nodig hadden. Ik mis hem nu nog.
We waren zo moe dat we bijna geen energie hadden om een tour naar Antelopes canyon te boeken, die we blijkbaar al véél eerder hadden moeten regelen want bijna alles zat vol. Gelukkig lukte het nog, ook al was het nogal twijfelachtig of ik wel foto’s kon maken (mocht namelijk geen tas mee) en of dit wel geschikt was voor ons. Overal staat namelijk het woordje ‘hike’. Dat vind ik maar een beetje vaag begrip, in mijn ogen is het een beetje extreem wandelen. Gelukkig was deze ‘hike’  heel goed te doen en zeker aan te raden voor iedereen, ook als je net als ik totaal niet in vorm bent en beter de burger van je leven had kunnen  laten staan voor de salade van dat moment. Ik had ons dus de volgende ochtend als een dril sergant (zoals de boys het noemen) de auto in geduwd.  We hadden een tijdsverschil tussen Utah en Arizona en zouden (volgens onze logica) een uur verliezen, waardoor we uiterlijk half 10 in de auto moesten zitten.  Armindo is een man van alles op zijn gemakje doen en Jeroen is deze vakantie al benoemd tot Pee-King, en ik (vrijwel altijd overal te vroeg aanwezig) wilde deze jongens op tijd in die Canyon krijgen.
Hoe het precies verkeerd is gegaan is nog niet helemaal duidelijk, maar we arriveerde 2,5 uur te vroeg. Tja. Sorry, not sorry though.
We hadden tourguide Eugene (die na die dag een andere baan kreeg) en het was een hele gezellige tour.  We proeften hier wel direct de sfeer en de houding  van veel native Amerikanen. Anders dan de zo opgewekte (haast té) vriendelijke westerse Amerikanen, was er in deze gemeenschap duidelijk een probleem en een mening over dit probleem.  Iets wat eigenlijk alleen maar interessanter is.  We sliepen die avond dan ook in een tipi tent bij Oljato Monument Valley. Hoewel de mannen last hadden van de kou (ondanks dat zij een extra deken hadden), de wilde honden en elkaar,  was ik lekker aan het slapen in de tipi. Heerlijk, had het zo nog een nacht gedaan! Wat een ervaring! De host was niet bepaald sociaal, we werden half de tent in gesmeten en daarna aan ons lot over gelaten, om vervolgens andere gestrande toeristen te moeten opvangen omdat de host weg was gegaan en ook niet meer op kwam draven tot de volgende ochtend. We waren blij dat het voor ons in elk geval was geregeld.
Daarna vertrokken we naar de Grand Canyon. Ik zal zeggen: de Grand Canyon is iets dat ik gewoon in mijn leven wil hebben gezien, en ik heb hem gezien. En na een paar bochten zag ik hem weer. En na een half uur verder rijden weer. En toen was het wel even klaar met de Grand Canyon. Don’t skip it- but don’t get hyped either.

Thats all for now, see ya in L.A – ons eindpunt alweer! 😥

 

ED981785-38AD-446E-AEC6-2405F72C5FE1

03C2A380-C55B-4FDD-B98B-2987643CDA93

B78C9868-E361-4744-B340-C921CAF7C5D3

E739203C-1722-4344-BC19-7AB4F2576BAF74A88911-2816-4DD4-B58B-8AA72C9041D17EFBA80E-8AB6-4E09-AD36-2A1CD6348C0E07F91C25-AB79-4CE5-935A-56429F08DD2F

12E6AEB6-E609-49A9-889D-88962AA0E8BC

Een gedachte over “Reisblog USA: When you wake up…

Plaats een reactie